Klik op de fout* in de volgende zinnen:
Lang geleden heb ik nog gecruist in het Middellandse Zeegebied.
Ik droom ervan om een a-capellakoor op te richten met enkele collegastudenten.
Hij heeft een cd'tje in zijn diskman gestopt en als een bezetene geheadbangd.
Ik ben gek op die ouwe, een beetje verkleurde zwartwit foto's met die expressieve koppen van opaatjes en omaatjes.
Er zijn verschillende academische graden. Een baccalaureus is iemand die het bakalaureaat heeft behaald.
Heb je een extra trui bij voor als het 's avonds na tienen wat frisjes wordt op het hoger gelegen plateau?
De email is niet de elektronische post maar een dun laagje glas op keramiek dat ceramisten weleens aanbrengen ter bescherming of versiering.
Leo heeft twee derde van een marathon gelopen, hij heeft net gedouchet.
Niet alleen vegetariërs eten graag tofoe en kworn.
Voor het dineetje begon, werden ons canapeetjes met ansjovis aangeboden.
Karlien bereidde zich grondig voor op de kwis, maar Nico, die niet zo van quizzen hield, vond het zonde van de verkwiste tijd.
Als een buldog en een pitbull met elkaar vechten, zal de laatste het zeker en vast halen op de eerste.
* Fout is wat in minstens één taalboek
als fout of niet-standaardtaal wordt beschouwd.