Klik op de fout* in de volgende zinnen:
Kleine
babies zijn verzot op
teddyberen en
flanellen dekentjes.
De
Dalai Lama leeft
ascetisch. Voor hem geen
whisky-soda.
Je mag er gerust
op zijn: ook jij krijgt een spaarlamp. En laat me nu
gerust zodat ik
gerust kan slapen.
Het is
Boekenweek: de
apoteose van het
literaire jaar.
De
metselaar was tegen de Dag van het
Décolleté maar liet zelf een fraai
bouwvakkersdecolleté zien.
De
maneblussers zijn
apentrots op hun
Sint-Romboutstoren.
De agressieve
boxer van de gepensioneerde
boxer beet al zijn
boxers aan flarden.
Ik weet niet wat ze jou hebben
wijsgemaakt, maar nieuwe
oude damesschoenen zijn
geenszins hip.
"Is het waar dat je
o-benen krijgt van
paardrijden?" vroeg de
jockey zich af.
Hoe de
kangoeroe de
kangaroewoning binnen was gekomen, wist niemand. Maar het was
grappig hoe oma hem met haar paraplu
verjoeg.
Ze had een gloeiende hekel aan
het voetbal en als het aan haar lag, zou ze het voor
de aftrap nog
aftrappen.
Het
irriteerde de toehoorders dat de
boeddhist maar niet
terzake kwam.
In de
helikopter viel de
elektriciteit uit en hij stortte van een meter hoogte neer.
Gelukkig was het niet erg en was een
compres voldoende om bij de piloot de zwelling tegen te gaan.
* Fout is wat in minstens één taalboek
als fout of niet-standaardtaal wordt beschouwd.