Klik op de fout* in de volgende zinnen:
Frank noemde de spellingshervormers een zootje wereldvreemde taalpuristen die met hun meninkjes spellen onmogelijk maakten. De spellinghervormer haalde zijn rode pen uit zijn zak en trok een streep door het foute woord.
De woordvoerster vond het maar niks dat haar aperitief een fluoreserend kleurtje had.
De accountdirector en account executive namen allebei een allriskverzekering bij dezelfde firma.
* Fout is wat in minstens één taalboek
als fout of niet-standaardtaal wordt beschouwd.
1 opmerking:
tja
Een reactie posten