donderdag 22 september 2011

Woord v/d week: VIBRAFOON

CONTEXT:
Rooryck was een pionier van de Brugse jazz. Hij speelde zowel VIBRAFOON als contrabas.

BETEKENIS:
slaginstrument met metalen plaatjes en resonantiebuizen

UITSPRAAK:
[vie-bra-foon]

WOORDFEIT:
Vibrafoon begint met een woorddeel dat is afgeleid van het Latijnse vibrare 'trillen'. (Ook vibrator en vibreren gaan daarop terug.) Het achtervoegsel -foon, van het Griekse phonè 'geluid', duidt op een apparaat (meestal een instrument) dat geluid maakt; denk aan telefoon ('ver geluid') en xylofoon ('geluid op xylon, hout').
Een vibrafoon lijkt op een xylofoon, maar heeft een rij metalen plaatjes met bijbehorende buizen om het geluid te laten weerklinken.

Bron: Onze Taal

Geen opmerkingen: